Tony Keevel dook in de geschiedenis van de bewoners van het Kleinste Huisje van Schermerhorn.
Schrijver Tony Keevel, staand, aan tafel met de nazaten van de bewoners van het Kleinste Huisje; Fred Hoek en de zussen Tineke en Henny Roet.© jjfoto.nl / Jan Jong
Connie Vertegaal
Drie stappen en je staat weer buiten. Het Kleinste Huisje in Schermerhorn is een lief monumentje. Twee bedstedes, een gietijzeren kachel, een mini-keukentje, een compleet huis op 35 vierkante meter. Maar hoe was het om er in bittere armoede met twaalf kinderen te wonen?
Schermerhorner Tony Keevel dook in de geschiedenis van de bewoners van het Kleinste Huis, wat resulteerde in het boekje ’Een levend verleden’. Het werd zaterdag in de Grote Kerk van Schermerhorn gepresenteerd. Nazaten van bewoners Antje Tuijnman en Hendrik Jonk en van Adriana Vreeker en Cornelis Konijn, kregen de eerste exemplaren uitgereikt door burgemeester Anja Schouten.
Het echtpaar Konijn woonde met twee kinderen in het huisje, maar Antje en Hendrik Jonk hadden er dus wel twaalf. Negen eigen kinderen en drie neefjes die ze opvingen. Ze sliepen in de bedstee, op zolder en de allerkleinsten lagen in diepe lades onder de bedstee.
Het keukentje van het Kleinste Huisje.© jjfoto.nl / Jan Jong
Fred Hoek uit De Rijp is een nazaat van dit grote gezin, maar daar zitten dus wel wat generaties tussen. Zijn oma, Anna Jonk, is in het huisje geboren. ,,Antje Tuijnman was mijn overgrootmoeder.’’ Hoek heeft geen jeugdherinneringen aan het huisje, want het huisje kreeg na Antjes dood in 1924 nieuwe bewoners.
Zussen
De zussen Tineke en Henny Roet hebben wel levendige herinneringen aan het huisje. Zij zijn de kleindochters van Adriana Vreeker en Cornelis Konijn, die van 1924 tot hun dood in het huisje woonden. Als kind haalden ze een snoepje bij hun opa en oma. ,,We zaten aan de overkant op school’’, zegt Tineke.
De familie Konijn was niet zo groot. Em, de moeder van Tineke en Henny, had maar één broer, Jan, die niet oud werd. ,,Er is veel verdriet geweest in dit huisje’’, zegt schrijver Tony Keevel. ,,Jan Konijn had erge astma. In de oorlog werd hij gedwongen in Duitsland te werken en hij werd naar huis gestuurd omdat hij te ziek was. Hij kwam doodziek thuis. In het ziekenhuis in Alkmaar konden ze niets meer voor hem doen.’’
Cornelis Konijn, de opa van Tineke en Henny, overleed als laatste bewoner in 1987. De gemeente Schermer kocht het huisje daarna op met het idee het te slopen. Natasja Bink en Mieke Woestenburg, twee meisjes uit het dorp, leek het juist zo’n leuk clubhuis. Ze begonnen de ramen te lappen en ruimden het erf op. ,,En toen realiseerde iedereen zich dat het zonde zou zijn als het huisje zou verdwijnen’’, zegt Tony Keevel.
Het Kleinste Huisje heeft ook een klein schuurtje.© jjfoto.nl / Jan Jong
Dankzij Natasja en Mieke (die met een foto in het boek zijn beland) én de inspanningen van de Dorpsraad werd het huisje van de sloop gered en werd het een museum. Tony Keevel is er vrijwilliger. Tineke en Henny Roet waren dat ook.
De plee die uitkomt op de sloot staat er nog.© jjfoto.nl / Jan Jong
Tony Keevel woont vlakbij het Kleinste Huis. Hij heeft de laatste bewoner nooit meegemaakt. ,,Die was al dood toen ik werd geboren en bovendien ben ik import hier.’’ Hij is historicus. ,,De geschiedenis van gewone mensen boeit mij het meest. Ik had niet verwacht dat er zoveel informatie te vinden was over de bewoners. In het algemeen geldt: hoe armer de mensen waren, hoe minder je over ze terugvindt in de archieven.’’
Straatarm
,,En de gezinnen die in het Kleinste Huisje hebben gewoond waren straatarm. Ze teelden hun eigen groente in de moestuin en verhuurden zich als landarbeider, dienstbode, garnalenpelster, ijshakker, baggeraar. Alles pakten ze aan. Als Antje mee ging met haar man om op het land te werken, verdiende hij het dubbele van haar. Zo was dat in die tijd.’’
Toch vond Tony Keevel genoeg informatie en foto’s om bijna honderd pagina’s te vullen. Hij lacht: ,,Ja ik dacht, dit is een klein project, maar het liep een beetje uit de hand.’’